VIERINGEN die je doen groeien

Wist je dat God jou kent?

Sinds jouw doopsel kent God jouw naam!

 

  • Wat weet jij van jouw doopsel? Wat weten jouw ouders, grootouders, broers, zussen, meter en peter nog van jouw doopsel? Herinneren zij het moment dat in de kerk jouw naam gevraagd werd? Weten zij nog hoe jij bij jouw naam werd genoemd?
  • In sommige pastorale eenheden / parochies wordt aan kinderen gevraagd om in de voorbereiding op hun eerste communie of hun vormsel hun ‘naam op te geven’. Kinderen kunnen dan, samen met hun familieleden, naar de kerk komen en hun naam ‘luidop noemen’ of ‘hun naam schrijven of hun naamkaartje bevestigen’ op een grote hand (hand van God), op een groot bord, … . Zo tonen we dat God ons allen bij name kent!

 

Een familielid of een vriend
spreek je niet aan met ‘mevrouw’ of ‘meneer’
en ook een kind dat je kent,
noem je geen ‘meisje’ of ‘jongen’ meer.
Je zegt: “ik weet wie je bent,
dus ik spreek je aan
met je eigen naam.”

God zegt jou ook vandaag:
“wij kennen elkaar
en Ik zie je graag.
Jij mag me ‘Vader’ noemen,
wat betekent dat Ik er ben voor jou
en Ik noem jou bij je eigen naam.
Zo toon Ik dat Ik van je hou.”

God zegt jou:
“wij hebben een sterke band
en daarom staat jouw naam
voor altijd geschreven
in de palm van mijn hand.”

 

 

Bij jouw doopsel heeft God jou
een sterk teken van zijn liefde gegeven.
Hij heeft jouw naam
in de palm van zijn hand geschreven.
Zo zal Hij altijd aan jou denken,
jou liefde en aandacht schenken.
God zegt jou ook vandaag:
“met die naam in mijn hand,
toon Ik dat Ik jou
op handen draag.”